Vlaanderen wil met het oog op het behalen van zijn klimaatdoelstellingen inzetten op de decentrale productie van hernieuwbare energie. Zo'n energietransitie van een centraal vraaggestuurd productie-apparaat naar een decentrale productie brengt wel een aantal problemen met zich mee. Vooreerst is de productie van hernieuwbare energie veelal niet vraaggestuurd: de zon schijnt overdag en dat valt in de meeste huishoudens niet samen met de piek in energieverbruik. Je kan natuurlijk proberen om het lokale verbruik beter af te stemmen op de lokale productie (elektrische boiler die overdag opwarmt, wasmachine die overdag draait,…) maar alles los je daar niet mee op. Als gevolg daarvan zorgt de decentrale productie van energie ook voor heel wat bijkomend "verkeer" op het elektriciteitsnet: bij lokale energie-overschotten zetten alle zonnepaneeleigenaars hun stroom terug op het net.

Een belangrijke optie om de energietransitie in goede banen te leiden is het gebruik van thuisbatterijen. Ze slaan lokaal de energie op zodat de piek in energieproductie en energieconsumptie niet langer samen hoeven te vallen. Tegelijk zorgt zo'n lokale energieopslag ervoor dat je in combinatie met een digitale meter je percentage eigenverbruik kunt verhogen tot 70% waardoor je een hoger financieel rendement verkrijgt op je investering en het distributienet op piekmomenten niet overbelast wordt.

Een batterij voor huishoudelijk gebruik heeft een capaciteit tussen de 8 en 12 kWh.